U bent hier:

Het recht in Indonesië

Een minor doen in Indonesië is de perfecte kans om mensen van andere culturen te leren kennen, een stukje van de wereld te zien en nieuwe dingen te leren. Je leert echter ook veel over Nederlandse regels en gewoontes. Dingen waarvan je altijd dacht dat normaal was, klinken opeens raar of onlogisch. Zo leerde ik tijdens mijn minor dingen over verschillende rechtssystemen.

In Indonesië is het recht soms lastig te begrijpen voor iemand uit Europa. Om te beginnen het feit dat Indonesië niet één maar drie rechtssystemen heeft. Het meest gebruikte rechtssysteem is het civiele recht zoals we dat in Nederland kennen. Maar daarnaast wordt er ook nog gebruik gemaakt van islamitisch recht en inheems gewoonterecht. Het inheems gewoonterecht recht is het recht dat komt uit de tijd nog voordat Indonesië een kolonie was van Nederland. Het inheems gewoonterecht is verdeeld over verschillende stammen. In iedere stam is het recht anders.

Deze rechtssystemen lopen in de meeste gevallen niet door elkaar heen. Ze gaan wellicht soms over hetzelfde onderwerp, maar men kan kiezen welk van de drie rechtssystemen wordt gebruikt in een specifiek geval. Dit kan niet in alle rechtsgebieden. Zo wordt er binnen het goederenrecht alleen gebruik gemaakt van het civiele recht. In het erfrecht wordt echter heel vaak gebruik gemaakt van islamitisch of inheems gewoonterecht.

In eerste instantie is het civiele recht hoger dan het islamitische en inheems gewoonterecht. De meeste uitzonderingen hierop bevinden zich in het familierecht. Een goed voorbeeld daarvan is het erfrecht. Het civiele erfrecht is voor het grootste deel hetzelfde als in Nederland. De regels in het islamitische en inheemse gewoonterecht over erfrecht wijken hier erg van af. In dit geval kun je in Indonesië kiezen tussen de drie verschillende rechtssystemen. Een van de meest opvallende elementen is dat mannen vaak meer erven dan vrouwen.[1] Ook het inheems gewoonterecht kent wetten zoals deze. Dit hangt echter af van het gebied waar het inheemse recht geldt. In sommige gebieden worden geadopteerde kinderen bijvoorbeeld niet wettelijk erkend als ‘eigen’ kinderen. Dit heeft de consequentie dat, in die gebieden, de geadopteerde kinderen geen erfgenaam kunnen zijn. In andere gebieden worden geadopteerde kinderen echter wel gezien als ‘eigen’ kinderen. En hebben ze precies dezelfde rechten als niet-geadopteerde kinderen.

Daarnaast wordt in het islamitische en inheems gewoonterecht veel extra regels gesteld aan procedures. Een voorbeeld daarvan is het huwelijk. In het burgerlijk wetboek van Indonesië worden weinig regels gesteld aan het huwelijk. In het islamitische en inheems gewoonterecht worden hier echter wel veel regels aan gesteld. Een van deze dingen is bijvoorbeeld de bruidsschat. Dit wordt niet verplicht gesteld in het burgerlijk wetboek, maar als men zich hier niet aan houdt kunnen daar grote gevolgen aan zitten. Deze gevolgen komen voornamelijk uit de familie. Dit komt omdat het vaak regels zijn uit het inheems gewoonterecht waar je als buitenstaander geen beroep op kunt doen. Een voorbeeld hiervan is dat de familie ervoor mag kiezen om het huwelijk niet door te laten gaan.

In Jakarta worden voornamelijk de regels van het civiele recht gevolgd. Er is echter een uitzondering op deze standaardregel. Een van deze uitzonderingen is Sumatra. Het inheems gewoonterecht is daar erg sterk. Dit inheemse recht is daar zo sterk dat het boven het civiele recht staat wat betreft het strafrecht. Volgens het civiele strafrecht kun je niet gestraft worden voor het zijn van homoseksueel. Dit gebeurt in Sumatra wel. Dat komt hoogstwaarschijnlijk doordat er wordt geloofd dat dit moet vanwege het geloof of het oude inheems gewoonterecht. Ondanks dat het niet de bedoeling is dat het inheems gewoonterecht of islamitische recht boven het civiele recht staat, wordt hier weinig tot niets aan gedaan.

Een ander interessant verschil tussen het Nederlandse rechtssysteem en het Indonesische rechtssysteem is het verschil in de zaken bij de rechtbank. De meeste makkelijke zaken in Nederland kunnen vrij snel behandeld worden. In Indonesië doen ze hier echter vaak veel langer over. Een van de grote verschillen is dat alle documenten in Indonesië hardop worden voorgelezen.

Na mijn minor in Indonesië voelde het recht in Nederland helemaal niet meer zo logisch. Waarom moeten wij één soort recht volgen? Kunnen wij niet gewoon verschillende groepen mensen meer vrijheid geven wat betreft het recht?

 

[1] De achterliggende gedachte van deze regel is overigens niet discriminatoir van aard, vanwege de wettelijke financiële zorgplicht van de man jegens het gezin.