U bent hier:

Het klimaatprobleem en de rechtenstudent

Het Klimaat en het recht

De afgelopen jaren is het een onvermijdelijk onderwerp geworden: het klimaat. De opwarming van de aarde is op dit moment een van de grootste problemen van de wereld; men spreekt van een klimaatcrisis. Nieuwe verdragen en de voortvloeiende wetgeving op internationaal, en zo ook op nationaal, niveau moet er voor zorgen dat de uitstoot van broeikassen in de aankomende decennia tot een minimum beperkt wordt. Hoe zit dit in elkaar en wat kan dit betekenen voor de toekomstige rechtenstudent? Een korte uitleg:

Klimaatakkoord en Urgenda

In 2015 werd het Akkoord van Parijs getekend, een onderdeel van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties. Het belangrijkste punt van het akkoord is dat de gemiddelde temperatuur op de aarde niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Landen over de hele wereld beloofden bij het ondertekenen van dit akkoord zich in te spannen de uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen te verminderen met de beschikbare techniek van dat moment.

Na het Akkoord van Parijs is de Nederlandse Staat in de bekende ‘Urgenda’ zaak aansprakelijk gesteld wegens het schenden van haar zorgplicht ex artt. 2 en 8 EVRM. De rechtbank oordeelde dat de Staat inderdaad onrechtmatig handelde. De Staat werd veroordeeld tot het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen eind 2020 met tenminste 25% ten opzichte van 1990. In hoger beroep is dit vonnis bekrachtigd. De wetgever was aan zet.

Mede als gevolg hiervan presenteerde de Nederlandse regering afgelopen juni het Klimaatakkoord, waarin op nationaal niveau een nieuwe doelstelling uiteengezet wordt. Het doel is dan ook om in 2030 49% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. In 2050 moet de uitstoot met 95% zijn gereduceerd. In grote lijnen zijn er afspraken gemaakt over elektriciteit, industrie, gebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw en landgebruik. Voorbeelden van maatregelen zijn het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en het overgaan op elektrische auto’s. Beoogde inwerkingtreding van de eerste nieuwe wetgeving is 1 januari 2020.

Stikstof en PAS

Naast de uitstoot van te veel koolstofdioxide is er te veel stikstof in ons ecosysteem. Stikstof is goed voor het ecosysteem, maar overmatig stikstof kan een disbalans in dit systeem veroorzaken. Na planten kunnen dieren, zoals bijen, die op hun beurt weer belangrijk zijn voor gewassen, verdwijnen. Daarom presenteerde de overheid in 2015 het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Over de inhoud van het PAS zal ik verder niet ingaan, aangezien de Raad van State eind mei dit jaar oordeelde dat dit programma niet meer gebruikt mag worden als basis voor toestemming van activiteiten.

Als gevolg hiervan ontstond een ‘stikstofcrisis’. Grote sectoren zoals landbouw en bouw werden door deze uitspraak geraakt, aangezien niet zonder meer vergunningen voor onder andere bouw werden verleend. De crisis leidde het ‘boerenprotest’ en het ‘bouwprotest’ in.

Er moet dus naar andere oplossingen gezocht worden. In een eerste nieuw advies van de Commissie-Remkes werd in september geadviseerd om de maximumsnelheid te verlagen naar 100 km/u.


Klimaat en de rechtenstudent – Hoe verder?

Het moge duidelijk zijn dat het klimaat in de toekomst een nog grotere rol zal krijgen in het publieke debat. De overheid zal continu op zoek moeten gaan naar nieuwe oplossingen om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan en de uitstoot van stikstof te reduceren.

Als student rechtsgeleerdheid zijn er verschillende specialisaties waarin het klimaat waarschijnlijk een grotere rol gaat spelen, zoals het bestuursrecht en het bouw- en aanbestedingsrecht. In de toekomst zal er in de publiekrechtelijke sector in ieder geval vanuit het oogpunt van duurzaamheid veel nieuwe wetgeving gerealiseerd worden. Zoals hierboven gesteld is de beoogde inwerkingtreding van de eerste wetgeving al in januari 2020. Het kabinet heeft al een aantal zaken gerealiseerd, zoals regels ten aanzien van warmte in de Warmtewet. Doel hierbij is om duurzamer met energie om te gaan en fossiele brandstoffen minder uit te putten.

Het Klimaatakkoord spreekt echter over 95% minder CO2 uitstoot in 2050. Nederland is de goede weg al ingeslagen, maar is er nog niet met de huidige aanpassingen. Constant zal er in de toekomst gezocht worden naar nieuwe technieken om duurzamer te leven. Wanneer deze gevonden worden vraagt dit telkens om nieuwe regels, zowel vanuit een ‘governance’ perspectief als een bedrijfseconomisch perspectief.

Deze potentiële nieuwe wetgeving met het oog duurzaamheid brengt zodoende tig mogelijkheden met zich mee om in de toekomst vanuit juridisch oogpunt mee te helpen aan de verbetering aan het klimaat. Voorbeelden zijn het maken van wet- en regelgeving bij een ministerie, een baan als advocaat in het (veranderende) omgevingsrecht of bedrijfsjurist binnen het gebied van duurzaamheid bij een grote onderneming.

De VU biedt tevens als eerste universiteit in Europa een master aan waar recht en klimaat samen komen: International Business Law: Climate Change and Sustainability.

Concluderend zijn er genoeg mogelijkheden voor ons als rechtenstudent om vanuit een juridische kant mee te helpen aan het een duurzamere wereld en daarmee het klimaat te verbeteren!