U bent hier:

Sywertgate: Het ontslag van de bestuurders van de mondkapjesstichting

Sywertgate: Het ontslag van de bestuurders van de mondkapjesstichting

Als ik het heb over een organisatie, dan denk je waarschijnlijk primair aan een bedrijf, zoals een besloten vennootschap of een naamloze vennootschap. Maar ook bij andere rechtsvormen, zoals een vereniging of stichting, kunnen bestuurders voor de wijze van hun taakvervulling aansprakelijk worden gehouden. Over dat laatste wil ik in dit artikel uitwijden, want daar is nog wel wat om te doen. 

Allereerst, hoe zit de structuur van een stichting in elkaar? De centrale leiding is geregeld in de vorm van een bestuur, deze kan meerdere personen bevatten. De discrepantie met een vereniging is het ontbreken van leden ingevolge artikel 285 van boek 2 BW, ook wel bekend als het ledenverbod. Bestuursleden kunnen dus niet ter verantwoording worden geroepen door leden, zoals bijvoorbeeld wordt gedaan op een algemene leden vergadering. Wel mogelijk is een raad van commissarissen, een orgaan dat toezicht houdt op het bestuur. Deze kennen wij ook binnen onze vereniging QBDBD, als de Raad van Advies. Stichtingen zijn niet verplicht om een toezichthoudend orgaan in te stellen. Dit leidt tot veel macht bij bestuursleden. Er is immers geen enkel ander orgaan dat controle kan uitoefenen.

Mijns inziens lijkt het tegenwoordig alsof voor elke aangelegenheid een stichting bestaat. Om maar een paar voorbeelden te noemen: Stichting Spijt van Tattoo, konijnenbelangen en Friesland pop. Je kunt het zo gek niet bedenken en het bestaat. De vraag rijst wat er gebeurt wanneer de bestuursleden onrechtmatig handelen jegens een stichting. Hoe kunnen die bestuursleden worden ontslagen? Als voorbeeld nemen we daarvoor de Mondkapjesdeal.

Wat was daar ook alweer aan de hand? Toen de coronacrisis ons land in maart 2020 had bereikt, werden de ziekenhuizen overspoeld. Voor gezondheidsmedewerkers was een enorm gebrek aan mondkapjes. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport richtte een Landelijk Consortium Hulpmiddelen op, dat zich richtte op het binnenhalen van genoeg medische beschermingsmiddelen. Te midden van deze chaos sprong Sywert van Lienden op om een handje te helpen, maar dan wel via zijn stichting Hulptroepen Alliantie (hierna: SHA) en niet de bv. Middels deze constructie is het mogelijk om winst uit te keren aan de bestuurders. Zo hield Sywert minstens negen miljoen euro over aan die deal, blijkt uit onderzoek van Follow the Money. Dit platform voor onafhankelijke onderzoeksjournalistiek, noemt zichzelf een waakhond van onze samenleving. 

Enfin, over naar het ontslag van de stichtingsbestuurders van de Stichting SHA. Alleen de rechter kan aan een stichtingsbestuurder ontslag opleggen na een verzoek op grond van artikel 298 van boek 2 Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek kan worden gedaan door het Openbaar Ministerie of een belanghebbende. De vraag om te beantwoorden wie als belanghebbende aangemerkt wordt, vinden wij in de tweekringenleer. Iemand is belanghebbende als diegene een (relevant) eigen belang heeft bij de uitkomst of als de verzoeker zó nauw betrokken is bij het onderwerp van de procedure dat daarin een belang is gelegen. De vrijwilligers van de stichting werden bij het verzoek tot ontslag van de bestuurders als belanghebbende aangemerkt op basis van beide kringen. Zij waren, zeker in de beginfase, van essentieel belang en hebben daarbij ook eigen contacten ingezet waardoor zij zich in hun eigen naam geschaad voelden. 

Er zijn vier ontslaggronden voor een stichtingsbestuurder, namelijk (i) taakverwaarlozing, (ii) andere gewichtige redenen, (iii) ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden geduld of (iv) het niet behoorlijk voldoen aan een door de voorzieningenrechter gegeven bevel ingevolge artikel 297 van boek 2 BW. Het verdient opmerking dat dit systeem nog vrij nieuw is. Met de komst van de Wet Bestuur en Toezicht in 2021 zijn de gronden (ii) en (iii) toegevoegd aan artikel 298 van boek 2 BW. 

De rechter maakt korte metten met de veelvuldige argumenten tegen het ontslag van de bestuurders.

Taakverwaarlozing moet je lezen als het laten voortbestaan van een belang dat tegenstrijdig is aan het belang van de stichter. Hierover overwoog dat rechter het volgende:

“Dit alles leidt tot de conclusie dat [..] , destijds bestuurders van SHA, in strijd met artikel 7.1 van de statuten van SHA hebben gehandeld. Door het creëren en laten voortbestaan van een belang dat tegenstrijdig was aan het belang van SHA hebben zij zich bij de vervulling van hun taak niet gericht naar het belang van SHA en de met haar verbonden onderneming.”

Daarbij was sprake van andere gewichtige redenen, de rechter overwoog: 

“Overigens dienen [verweerder 1] en [verweerder 2] ook op grond van het (sinds 1 juli 2021 geldende) nieuwe recht ontslagen te worden. Pas nadat in de media aandacht was besteed aan de betrokkenheid van RGA bij de Mondkapjesdeal en aan de dubbelrol die Verweerders als bestuurders/initiatiefnemers van SHA en tegelijkertijd (indirect) aandeelhouders van RGA daarbij hadden gespeeld, hebben zij daarover meer duidelijkheid verschaft.” 

Kort en wel, het doek viel voor Sywert en zijn compagnons. Zij worden ontslagen als bestuurder en ontvangen een bestuursverbod voor de komende vijf jaar ingevolge artikel 298 lid 3 van boek 2 BW. Op dit moment is een strafrechtelijke procedure nog in gang en heeft de Nederlandse Staat bekend gemaakt dat zij voornemens zijn nog een privaatrechtelijke zaak aan te spannen jegens de coöperatieve BV, Relief Goods Alliance. 

Het ontslag van de bestuurders van de mondkapjesstichting is een zwart-wit voorbeeld. Veel vaker is het een ontzettend grijs gebied of sprake is van taakverwaarlozing of een van de andere ontslaggronden. Aangezien op dit moment nog weinig jurisprudentie voorhanden is, ben ik ontzettend nieuwsgierig naar hoe deze ontslaggronden de komende jaren door de rechter geïnterpreteerd gaan worden. 

Bronnen: