U bent hier:

Hoe moeten we gaan straffen?

‘In Nederland straffen we mensen te licht’, het is een veelgehoorde opmerking die mensen maken. Uit onderzoek blijkt dat 75% van de Nederlandse mensen vindt dat het strafklimaat in Nederland te licht is. Dit is bijzonder, omdat wij in werkelijkheid een van de landen zijn die het strengst straffen in West- en Noord-Europa. Als het aan de burgers van Nederland zou liggen, zouden we nog strenger moeten gaan straffen. Maar heeft dit wel zin? Of moeten we blijven straffen hoe we dat nu doen of zelfs lichter?

Rechtspsycholoog Hans Crombag stelt dat strenger straffen geen nut heeft. ‘Straf heeft een afschrikwekkend effect op potentiële daders, maar de zwaarte van de straf heeft daar geen tot weinig invloed op.’ Zwaarder straffen leidt vooral tot hogere kosten en overvolle gevangenissen. Daarnaast zorgt een zwaardere straf er enkel voor dat het moeilijker is voor de gevangene om terug te keren in de maatschappij en tevens vergroot dit de kans dat hij of zij opnieuw een misdaad pleegt.

Ondanks dat zwaarder straffen niet werkt, heeft de Tweede Kamer in februari 2021 ingestemd met een uitbreiding van een taakstrafverbod voor mensen die geweld gebruiken tegen hulpverleners met een publieke taak. Een taakstraf is alleen mogelijk als deze gecombineerd wordt met een gevangenisstraf. Johan Bac, algemeen directeur van de reclassering, heeft hierover een advies uitgebracht aan het kabinet, gebaseerd op de opvattingen van de 3RO. De 3RO (bestaande uit het Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering en de Stichting Verslavingsreclassering GGZ) ziet geen noodzaak om het taakstrafverbod uit te breiden. Zij zien eerder aanleiding om het huidige taakstrafverbod te beperken en de combinatie van voorwaardelijke straf met taakstraf bij ernstige zeden- en geweldsdelicten terug te brengen.

Een uitbreiding van het taakstrafverbod past niet bij de veranderende focus van het strafrecht in de afgelopen jaren. Er komt steeds meer aandacht voor de benadering van de levensloop en de re-integratie in de samenleving. Daarnaast wordt er steeds meer aandacht besteed aan het voorkomen van recidive. Door de uitbreiding van het taakstrafverbod wordt dit idee juist tegengewerkt.

Volgens de 3RO is een taakstraf juist een effectieve sanctie. Een taakstraf kan een grote impact hebben op het leven van de veroordeelde; er dienen taken te worden verricht die ten goede komen aan de samenleving, de straf wordt ten uitvoer gelegd in die samenleving en heeft daardoor een normbevestigende werking.

Het nieuwe wetsvoorstel wekt de indruk dat een taakstraf een ‘lichte’ straf is. In de ogen van de reclassering is dit echter niet zo. Het is een volwaardige, zelfstandige hoofdstraf die effectiever is dan een (korte) gevangenisstraf. Daders met een werkstraf gaan tot 47% minder snel de fout weer in dan kortgestrafte gedetineerden, blijkt uit onderzoek van de WODC (Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum ) en NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving).

Uit het advies blijkt dat de Reclassering pleit voor een vervangende werkstraf in plaats van een korte celstraf. De Reclassering stelt dat een paar weken celstraf weinig bijdraagt aan gedragsveranderingen en het voorkomen van herhaling van daden. Daarnaast is er nog bijkomende schade voor de gedetineerden zoals het verliezen van hun baan, hun huis en relaties, terwijl dit juist zaken zijn die van belang zijn om te voorkomen dat ze recidiveren.

Veel mensen zijn van mening dat een taakstraf een makkelijke straf is waar je snel vanaf bent. Het nieuwe wetsvoorstel versterkt dat gevoel. Maar is een taakstraf wel echt zo makkelijk als dat mensen denken dat het is? Mensen die een taakstraf uitvoeren hebben vaak geen probleem met de straf die ze moeten uitvoeren. De ervaringen eromheen worden wel degelijk als een straf gezien. Telefoons moeten worden ingeleverd, ze worden de hele dag door gecorrigeerd door hun werkmeester, ze moeten door een metaaldetector lopen voordat ze binnen komen en als ze drie seconden te laat aankomen op locatie mogen ze die dag niet meer werken. Daarnaast hebben de mensen veel last van de manier waarop mensen naar hun kijken: ze worden veroordeeld.

Nu er is gebleken dat zwaarder straffen geen verschil maakt, moeten we kijken naar andere manieren waarop we mensen kunnen straffen. Een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf kan een goede vervanging zijn. We moeten niet zwaarder of lichter gaan straffen, maar we moeten anders gaan straffen.

Bronnen:

https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechters/paginas/strafrechter.aspx

https://reclassering.nl/media/1652/19-068-102022-mvjenv-advies-consultatie-wet-uitbreiding-taakstrafverbod-191217.pdf

https://www.universiteitleiden.nl/wetenschapsdossiers/passende-straffen/bedoelde-en-onbedoelde-effecten

https://www.universiteitleiden.nl/wetenschapsdossiers/passende-straffen/bedoelde-en-onbedoelde-effecten

https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/zwaarder-straffen-helpt-niet/

2doc: Kinderen van de reclassering