U bent hier:

Catcallers opgelet - nafluiten straks strafbaar

‘Hé, jij ziet er lekker uit, ik zou je wel willen doen. Ga je met mij mee?’ Wellicht is deze opmerking op straat weleens tegen je gezegd. Dat dit geen fijne opmerking is, lijkt mij duidelijk, maar vanaf 1 juli 2024 is dit voorbeeld van seksuele intimidatie ook strafbaar. Op 19 maart 2024 is namelijk de wet seksuele misdrijven aangenomen door de Eerste Kamer. Met ingang van deze wet zullen een aantal gedragingen strafbaar worden.

Huidige wetgeving en haar gebreken

Laten we allereerst kijken waarom er in beginsel noodzaak voor deze wet was. In de afgelopen jaren zijn er verschillende ontwikkelingen geweest, die ertoe hebben geleid dat het Wetboek van Strafrecht op het gebied van seksuele misdrijven inmiddels verouderd is. Zo geldt als sociale norm dat seksueel contact vrijwillig en gelijkwaardig moet zijn, gebaseerd op wederzijds goedvinden. Het is algemeen aanvaard dat onvrijwillige en ongelijkwaardige seksuele interactie altijd strafbaar is, ongeacht of er sprake is van dwang, geweld of bedreiging door de dader. Tevens ongeacht of het slachtoffer zich heeft verzet. Dit volgt onder meer uit een rapport van Amnesty International uit 2020. Uit dit rapport vloeit voort dat 88 tot 90 procent van de Nederlanders van mening is dat iedere penetratie zonder instemming verkrachting is. In het huidige Wetboek van Strafrecht is deze opvatting onvoldoende doorgevoerd. In het delict verkrachting staat bijvoorbeeld het dwingen centraal en niet het wederzijds goedvinden. Hierdoor is er soms wel sprake van onvrijwilligheid aan de kant van het slachtoffer, maar wordt het juridische minimum voor strafbaarheid niet gehaald. Daders kunnen daardoor vrijuit gaan omdat de juridische lat te hoog ligt.

Daarnaast volgt uit de memorie van toelichting van de nieuwe wet dat er een toename is in de maatschappij voor aandacht van seksuele intimidatie.  Seksueel getinte opmerkingen en gebaren kunnen ervoor zorgen dat mensen, met name - maar niet uitsluitend - vrouwen, niet met een veilig gevoel over straat gaan. Seksuele intimidatie in de openbare ruimte komt nu niet specifiek tot uitdrukking in het Wetboek van Strafrecht. 

Een derde ontwikkeling die redelijk voor de hand ligt, zijn nieuwe vormen van online seksueel geweld en seksueel (kinder)misbruik als gevolg van technologische ontwikkelingen. Steeds meer jonge kinderen hebben een smartphone. Dit maakt online seksueel misbruik makkelijker, zonder dat ouders dit bijvoorbeeld door hebben. Een ander voorbeeld is het afdwingen van online seksuele handelingen onder dreiging van openbaarmaking van seksueel beeldmateriaal. Dit is een voorbeeld van seksueel geweld of seksueel misbruik, waarbij handelingen aan of met het lichaam van een slachtoffer worden verricht, maar geen sprake is van fysiek seksueel contact tussen dader en slachtoffer. Ook deze verschijningsvorm heeft in het huidige Wetboek van Strafrecht geen expliciete plaats.

De wet seksuele misdrijven

In de nieuwe Wet seksuele misdrijven worden meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar gesteld. Dit is bijvoorbeeld seksuele intimidatie in het openbaar, zowel online als offline. Ook de zogenoemde sexchatting wordt strafbaar. Dit is het versturen van seksueel getinte berichten naar minderjarigen. Verder is het niet meer nodig om te bewijzen dat er sprake was van dwang om verkrachting en aanranding aan te tonen. Dwang wordt voortaan enkel een strafverzwarende factor. Met deze verandering komt de focus op het eerder genoemde begrip gelijkwaardigheid. Duidelijk moet zijn dat de ander hetzelfde wil. Een non-verbaal signaal, zoals het uit angst bevriezen van het lichaam, is een duidelijk signaal van een ontbrekende wil. Indien dit het geval is, is er dus niet ook dwang nodig. Met betrekking tot het delict verkrachting, wil ik tot slot benoemen dat in de nieuwe wet verjaring niet mogelijk is. De keuze ligt bij het slachtoffer wanneer hij of zij aangifte doet.

Knelpunten

Ondanks de verscherpingen in de nieuwe wet, blijft bewijs leveren bij een seksueel misdrijf lastig. Neem het geval waarin sprake is van een een-op-een situatie en het slachtoffer lichamelijk bevriest van angst. Er zijn dan geen getuigen. Indien de verdachte ontkent, is het zijn woord tegen die van het slachtoffer. Steunbewijs blijft daarom noodzakelijk. Dit kunnen bijvoorbeeld verstuurde berichten zijn of sporen op het lichaam. 

In de nieuwe wet wordt, zoals eerder aangegeven, seksuele intimidatie strafbaar gesteld. Uit de memorie van toelichting komt naar voren dat voor de beoordeling van de strafbaarheid van de seksuele benadering betekenis toekomt aan de aard en de inhoud van de gedane uiting. Ook de context waarin de uiting plaatsvindt is van belang. Mijns inziens is er een groot grijs gebied tussen een onaangename opmerking en intimiderend strafbaar gedrag. Ik zal dit toelichten aan de hand van een voorbeeld genoemd door de Raad voor de rechtspraak in haar advies over het wetsvoorstel: Een opmerking gedaan door één persoon in een winkelcentrum op klaarlichte dag, krijgt een heel andere lading als deze wordt gemaakt door een groep mannen in schemering onder een verlaten viaduct. Hetzelfde geldt voor de opmerking: ‘ben je nat?’. Indien dit wordt gezegd terwijl je fietst in de regen, zal je dit waarschijnlijk niet als vervelend ervaren. Mede voor de rechtszekerheid is een scheidslijn van belang. 

Conclusie

Wellicht wordt in de toekomst meer duidelijk over de eventuele strafbaarheid van bepaalde uitingen en gedragingen als de rechter zich hierover heeft uitgesproken. Er zal per 1 juli 2024 in ieder geval het een en ander veranderen, zowel in het Wetboek van Strafrecht als in de praktijk. 

Bronnen:
Hoe denken Nederlanders over verkrachting», onderzoek naar (kennis van, ervaringen met en opvattingen over) verkrachting in Nederland, uitgevoerd door I&O Research in opdracht van Amnesty International juni 2020
Wet seksuele misdrijven (36.222); Memorie van toelichting (TK, 3)
2020/27 Advies voorontwerp wet seksuele misdrijven, Raad voor de rechtspraak